Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Hemelrijk

Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Hemelrijk

Wegel tussen Beukendreef en Scheldeveldedreef, De Pinte

In 1851 werd de Onze-Lieve-Vrouw van Hemelrijkkapel opgericht. De naam ‘Hemelrijk’ verwijst naar een gehucht dat lag tussen de De Pinte, Zevergem, Zwijnaarde en Sint-Denijs-Westrem. De oprichting van de kapel start bij de bouw van een groot landhuis door Frans De Rudder omstreeks de periode 1840-1850.

Frans’ familie werd echter getroffen door een tragedie. Zijn schoonvader Frans Deynoodt overleed samen met één van zijn dochters en een dienaar aan cholera in 1849. De familie was afkomstig uit Gent. Vermoedelijk liepen ze daar de dodelijke ziekte op. Deynoodts weduwe Jeanne Popelemon van Haelen beriep zich op Maria om ervoor te zorgen dat de cholera-epidemie niet de streek rond Zevergem zou bereiken. In ruil voor het tegenhouden van de epidemie zou er een pelgrimstocht naar Rome ondernomen worden en beloofde ze ook om een kapel ter ere van Maria te bouwen. Op de achtste dag van de novene verdween de besmettelijke ziekte uit het gehucht.

In 1850 vertrok een dochter van Jeanne Popelemon op huwelijksreis naar Rome, gecombineerd met de beloofde pelgrimstocht. In 1851 werd op enkele honderden meters achter het ‘kasteel Hemelrijk’ deze kapel gebouwd.